De Egmond Halve Marathon is een echte winterklassieker die in 2019 voor de 47ste keer gehouden wordt. Iedere tweede zondag van januari vindt ‘de strijd tegen de elementen‘ plaats. De run staat bekend om zijn pittige karakter en het moet dan ook de zwaarste halve marathon van Nederland zijn.
Zenuwen
Egmond wordt mijn vijfde Halve Marathon. Wat dat betreft ken ik het klappen van de zweep. Maar die andere vier, die liep ik in Eindhoven. En dat is nét stukje dichter bij huis. Dit is mijn tweede run buiten Brabant, bijna helemaal in het noorden van Nederland. En dat zonder er een weekendje weg van te maken (vorig jaar maart in Zandvoort had ik het net wat beter geregeld met hotelovernachting). Dus geloof me dat ik goed zenuwachtig ben. En nog niet eens voor de halve marathon an sich. Nee, meer voor of ik wel op de plaats van bestemming kom. Of dat ik mijn tas (bewaakt) kan droppen. Dat ik het startvak wel kan vinden en op tijd aan de start sta. Die 21,1 kilometer door weer en wind, over het strand en door de duinen… Daar heb ik me nog geen moment druk over gemaakt.
Dat doe ik ’s ochtends in de auto op weg naar Heiloo. Een beetje. Want mijn andere zorgen zijn nog steeds groter. Ik zoek mijn slechtste tijd op de halve marathon erbij (2 uur, 5 minuten en 39 seconden in Eindhoven in 2016) en vraag mijn vriend wat hij denkt hoelang ik er vandaag in Egmond over doe. “Twee uur en een kwartier,” antwoordt hij direct. Hmm, ik zat zelf aan een eindtijd rond de twee uur zeven te denken. We zullen het zien!
Op naar Egmond
Bij station Heiloo moeten pendelbussen klaarstaan. Daar aangekomen, zie ik een hele groep mensen staan. Allemaal op sportschoenen, dus dat kan niet missen. Vriendlief wenst me veel succes en ik zoek de menigte op. De eerste last valt van mijn schouders. Vrijwilligers van de organisatie wijzen ons naar de bussen. Eenmaal ingestapt, heb ik zelfs nog een zitplek. Op naar Egmond! Waar een tweede last van mijn schouders valt, want de bus stopt recht voor het sportcomplex. Ik heb tijd genoeg en kan zelfs nog een kop koffie drinken voordat ik mijn tas achterlaat bij het kledingdepot. In de bus vertelden mensen dat het nog zo’n 20 minuten wandelen is naar de startvakken, dus als een mak schaap volg ik de medemens. Het waait hard en de wind maakt het erg fris. Onderweg naar de startvakken worden mutsjes van hoofdsponsor Nationale Nederlanden uitgedeeld. Fijn, want dat voelt meteen 5 graden warmer.
Oranje
Bij mijn inschrijving heb ik een eindtijd van twee uur zes opgegeven, dus ik start vandaag in het allerlaatste startvak met de kleur oranje. En ik ben een van de eerste deelnemers die daar aankomt. Heb ik me mooi overal voor niks druk over lopen maken. Ik klim de duinen op. Daar waait het nog veel harder, maar ik krijg er een mooi uitzicht voor terug. Vanaf de duinen zie ik de startboog. En heel veel deelnemers die in de snellere vakken al staan te wachten op het startschot.
Ook in vak oranje wordt het drukker, dus ik ga weer naar beneden waar ook de wind een stuk minder is. Toch geeft die me traanogen. “Niet huilen meissie,” grapt een man achter me. “Ook wij mogen zo van start!” En dan gaan de hekken open en wandelen we zoetjes aan naar voren.
Magisch
Na 500 meter door Egmond rennen we door het mulle zand het strand op. Het publiek langs de lijn moedigt ons aan, ik vind het nu al tof! De route gaat verder langs de kust. In de verte is het mistig en het schuim van de zee gutst tegen de branding. Een magisch tafereel. Dit moment wil ik delen, dus onderweg Facetime ik mijn vriend die op visite bij vrienden van ons. Vanaf een afstand juichen ze me toe: “Zet ‘m op!”. Inmiddels heb ik het al goed warm, dus het mutsje kan weer af. Zo’n 7 kilometer lopen we langs de kustlijn, maar na een kilometer of 5 word ik ingehaald door de pacers van 2 uur 5. Ik ga niet voor een snelle tijd, de route is pittig en 2019 wordt een jaar van kilometers maken voor Berlijn zonder een focus op snelle eindtijden. Toch steekt het.
Na de tweede strandtent die we tegenkomen, rennen we door het losse zand het strand weer af. De route gaat verder door de duinen over onverharde paden. We gaan duin op, duin af. Telkens staat er aangegeven hoe stijl de helling is. Eentje is er zelfs 7 procent! Als een gekleurd lint trekken we door de duinen, het ziet er fantastisch uit. Onderweg maak ik er snel een paar fotootjes van. Dit is toch wel wat anders dan Eindhoven.
De BUFF® kilometer
Na de duinen rennen we Camping Bakkum op en we lopen over een vlakke ondergrond door een bosrijk gebied. Daar komen we aan bij de BUFF® Kilometer. Die herken ik van een bericht op Facebook: de elfde kilometer wordt gesponsord door het merk BUFF®, wat je vraagt een sprintje te trekken. Als je dat tenminste nog kunt… Je tijd op deze kilometer wordt apart gemeten en als jij een van de snelsten bent, val je in de prijzen. Dat laatste zal mij wel niet gebeuren, maar voor een sprintje ben ik altijd in. Dus ik versnel mijn pas. En aan het einde van de BUFF® kilometer komen de pacers van 2 uur 5 alweer in zicht!
Doorzetten
Ik besluit het stevige tempo in iets mindere mate door te zetten. Het voelt goed, maar we zijn natuurlijk pas net over de helft. En ik weet niet welke uitdagingen er onderweg nog komen gaan. Bovendien houd ik 10 kilometer sprinten nevernooit vol. Maar één ding is zeker: ik ga finishen onder de 2 uur en 5 minuten. Want die pacers ben ik net voorbij.
Het parcours gaat verder over het asfalt, door een natuurgebied met steeds meer supporters langs de weg. Een laatste helling staat aangegeven. Vals plat. Ik zie ‘m niet, maar ik voel ‘m wel! Dan door naar het centrum. De finish komt steeds dichterbij en de bordjes langs de weg tellen de laatste meters af: nog 500 te gaan. Ik kijk op mijn horloge. Nog 400 meter. Wát?! Nog 300 meter. Als ik een klein tandje bij zet, finish ik onder de 2 uur. Nog 200 meter. Maar wat waait het hier ontzettend hard. Nog 100 meter naar de finish… Oh, die tegenwind. Kom op!
Ik klok af op 2 uur en 13 seconden. Nét niet onder de 2 uur. Maar wel een nieuw PR! En dat op de zwaarste halve marathon van Nederland. Wie had dat gedacht? Ik voel me onoverwinnelijk. Wat was dit waanzinnig!
Ik kwam in Egmond, ging de strijd tegen de elementen aan, en overwon. Veni, vidi, vici.